Postnatale Depressie

Geen roze wolk: Kelly doet boekje open over depressie tijdens zwangerschap

Productie voor AD/Tubantia.nl.

Na maanden proberen een positieve zwangerschapstest. Er is een kindje op komst. Geweldig nieuws, toch? Zo voelde het niet voor de 29-jarige Kelly uit Almelo. Waar iedereen om haar heen op een roze wolk zat, ging zij door een diep dal. Vijf maanden na de geboorte van haar tweede dochter doet ze een boekje open over haar prenatale depressie. „Ik hoop dat meer vrouwen door mijn verhaal erover durven te praten.”

Nog steeds vindt ze het moeilijk te bevatten. Hoe kan je nou niet blij zijn als je zwanger bent van een gezonde baby? Hoe kan je nou niet genieten van die schopjes en hikjes? „Ik voelde direct dat er iets anders was. Ik vertelde mezelf dat het kwam, omdat het de tweede zwangerschap was. Omdat ik het allemaal al een keer had meegemaakt”, vertelt Kelly.

Naarmate de weken vorderden en haar buik groeide, groeide ook het gevoel van ongemak en twijfel bij de jonge moeder. De druppel was de zestienweken-echo waarbij het geslacht van de baby bekend werd gemaakt. Kelly hoorde dat ze in verwachting was van een meisje. De Almelose valt even stil als ze terugdenkt aan dat moment. „Mijn vriend was supertrots. We kregen er nog een mooi prinsesje bij. Ik voelde niks. Geen trots, geen vlinders in de buik. Ik was helemaal niet blij.” Wanhoop en verwarring overheersten. „Ik dacht: hoe kan dit? Dit was mijn droom.”

‘Ik wilde haar niet voelen’
Na die echo deelde ze voor het eerst haar gevoelens met haar vriend. „Ik werd met de dag ongelukkiger. Mijn buik zat mij in de weg. Elk trapje deed pijn. Ik wilde dat ze ophield, ik wilde haar niet voelen.” Schaamte hield haar tot dat moment tegen om open kaart te spelen. „Er spoken verschrikkelijke gedachtes over je ongeboren kind door je hoofd die je eigenlijk helemaal niet hardop wilt zeggen.” Ook de druk van de omgeving speelde mee. „Je hoort blij te zijn als je zwanger bent. Je hoort de pijntjes en ongemakken voor lief te nemen, want je krijgt een kind.” Maar blij was Kelly al heel lang niet meer. Samen met haar partner besloot ze hulp te zoeken.

Na een paar gesprekken met een coach werd ze doorverwezen naar de verloskundige, die haar vervolgens met spoed naar een psychiater stuurde. „De nood was op dat moment echt hoog. Het werd duidelijk dat ik met praten alleen het einde van de zwangerschap niet ging halen.” De diagnose ‘prenatale depressie’ werd gesteld. „Ik wist niet eens dat dat bestond”, zegt ze. De boodschap was confronterend. „Ik ben helemaal geen depressief persoon. Ik ben echt een nuchtere Tukker. Dit past helemaal niet bij mij. Maar je hormonen nemen een loopje met je en schoppen je koppie door de war.” (tekst gaat verder onder foto)
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
Geplande keizersnede
Ze kreeg antidepressiva voorgeschreven en kwam thuis onder toezicht te staan van naasten. „Als ik alleen was, verloor ik mezelf in mijn emoties en negatieve gedachten. Ik had altijd een oppas om me heen. Zelfs tijdens het douchen.” Verstikkend maar noodzakelijk, zegt Kelly. Ze stopt even met haar verhaal. „Ik moet echt nog verwerken dat ik ooit zo over haar heb gedacht.” Achter de Almelose ligt haar inmiddels vijf maanden oude dochter tevreden in de box te brabbelen. „Het is een meisjes uit duizenden.”

Dat meisje, Maelyn, is uiteindelijk vroegtijdig gehaald door middel van een geplande keizersnede. „Ik wilde haar zo snel mogelijk uit mij.” Er was een concrete einddatum van de zwangerschap en het aftellen kon beginnen. „Dagen duurden voor mijn gevoel maanden. Het was echt verschrikkelijk.” Kelly’s grootste angst: het eerste contact met haar dochter. „Ik was zo bang dat ik niks voor haar zou voelen. Dat ik niks van haar wilde.”

Dat waar ze angstig voor was, werd gelukkig geen werkelijkheid. „Het is allemaal een beetje een waas. Ik weet niet hoe ik mij echt voelde, maar ik vond haar direct prachtig. Zelfs haar huiltje.” Voor even leek alles weer goed. Totdat de kraamzorg, de psychiater, en de extra hulptroepen vanuit de familie een stapje terugdeden. Het lukte Kelly een paar weken de schone schijn op te houden voor ze opnieuw tegen de muur liep. De zwangerschap was weg, maar de depressie niet. Haar medicatie werd verdubbeld en de therapie geïntensiveerd. „Je hoopt toch dat als je het kind hebt uitgepoept, alles weer goed is.”

Bijna vijf maanden later zit ze ‘nog midden in het proces.’ Ze verdraagt nog weinig. „Ik ben moe en druk in mijn hoofd. Iets als een etentje met vrienden is vaak al te veel voor me.” Structuur geeft rust. Daarom focust ze zich nu voornamelijk op de zorg voor haar twee meiden. „Als ik ze zie lachen, maakt dat veel goed. Maelyn is ook zo ontzettend lief en rustig.”

Schaamte
Vorige maand besloot ze haar verhaal met de wereld te delen. Ze postte haar persoonlijke ervaringen op Facebook. „Ik wil laten zien dat vrouwen zich niet hoeven te schamen voor soortgelijke gevoelens, maar dat het belangrijk is dat ze hulp zoeken.” De reacties zijn overweldigend. Het bericht is bijna driehonderd keer gedeeld, en Kelly ontving honderden reacties van vrouwen die zich herkennen in haar verhaal en daar kracht uithalen. „Het is een bevestiging dat ze niet alleen zijn. Dat niet iedereen een zwangerschap leuk vindt.”

Dat er zoveel respons op haar verhaal kwam, had ze niet verwacht. Het is de reden dat ze niet met haar achternaam genoemd wil worden. „Ik zit nog midden in mijn eigen verwerkingsproces. De verhalen zijn voor mij soms overweldigend.” Ze heeft wel concrete tips voor vrouwen die in hetzelfde schuitje zitten: „Praat! Al neem je maar één iemand in vertrouwen. Deel je gedachten, want dan ben je niet meer alleen met ze.” Ook spoort ze vrouwen aan hulp te zoeken. „Zonder die hulp en zonder de steun van mijn vriend had ik hier nu niet gezeten.”

Positieve draai
Voor Kelly is het licht aan het einde van de tunnel zichtbaar. „Het is negen maanden op en negen maanden af. Mijn hormoonhuishouding moet weer stabiliseren.” Ze hoopt na die maanden naast haar baan als gastouder aan de slag te gaan als ervaringsdeskundige. „Ik wil mijn verhaal delen met gewone vrouwen, maar ook mensen in de zorg: gynaecologen, verloskundigen, kraamverzorgsters. Zo kan ik toch een positieve draai geven aan mijn negatieve gedachten.” 

‘Delen van verhalen is cruciaal’


Het delen van verhalen over prenatale depressies is volgens psychiater Alexandâr Alexandrov van ziekenhuis MST in Enschede cruciaal. „Schaamte speelt een grote rol bij deze vorm van depressie. Er is meer bekendheid nodig.”


Kelly staat niet alleen in haar problemen. Alexandrov vertelt dat zo’n 3 tot 5 procent van alle zwangere vrouwen in Nederland last heeft van een prenatale depressie. Exacte cijfers zijn moeilijk te geven, omdat schaamte een grote rol speelt en vrouwen zich dus mogelijk niet melden. „Het is een schatting gebaseerd op meerdere onderzoeken.”


Wanneer sprake van prenatale depressie?

Emotionele schommelingen zijn veel zwangere vrouwen niet vreemd, maar wanneer is er nou echt sprake van een prenatale depressie, oftewel een depressie tijdens de zwangerschap? „Vooral het niet genieten en de desinteresse in het kind zijn belangrijke signalen”, vertelt Alexandrov. „Een prenatale depressie ontstaat vroeg tijdens de zwangerschap en de symptomen worden steeds heviger.” De symptomen zijn hetzelfde als die van een ‘normale’ depressie: onder meer somberheid, verlies van energie en interesse, slaapproblemen en verandering in eetlust. De psychiater benadrukt dat het om symptomen gaat die lang aanhouden. „Elke vrouw voelt zich wel eens neerslachtig tijdens de zwangerschap. In het algemeen spreken wij pas na vier weken echt over een depressie.”


Zaak is echter om in dit geval die vier weken niet af te wachten, maar eerder aan de bel te trekken. De risico’s zijn volgens Alexandrov namelijk groot. Onderzoeken wijzen volgens hem uit dat er een link is tussen prenatale depressies en vroeggeboorte. Ook is er een mogelijke relatie met het ontwikkelen van gedrags- en hechtingsproblemen bij het kind op latere leeftijd. „Vroege signalering kan veel ellende voorkomen. Nu loopt het te vaak op tot het punt waarop vrouwen echt niet meer kunnen.”


Taboe

Schaamte is hiervoor volgens de psychiater de oorzaak. „Vrouwen durven vaak niet eens tegen hun partner te zeggen dat ze niet op een roze wolk zitten, laat staan tegen een hulpverlener.” Volgens Alexandrov is het daarom belangrijk dat eerstelijnshulpverleners doelgericht zoeken naar signalen. Hij draagt zelf een steentje bij door huisartsen bij te scholen over het onderwerp. „Veel hulpverleners doen er heel nuchter over, maar zo’n depressie is heel complex. Die vrouwen hebben echt specialistische hulp nodig.” Vrouwen die hun verhaal delen, zoals Kelly, zijn volgens Alexandrov ook van groot belang. „Er is meer bekendheid nodig. Er rust echt een taboe op het onderwerp.”


Hoe ontstaat het?

Hoe de prenatale depressie ontstaat is volgens de psychiater nog niet duidelijk. „We weten dat de verandering in de hormoonhuishouding tijdens een zwangerschap een trigger kan zijn, maar het is niet de oorzaak. Het is vaak een opeenstapeling van factoren.” Zo maken vrouwen die een voorgeschiedenis hebben met psychische klachten of bijvoorbeeld slaapproblemen meer kans op een prenatale depressie. Ook stress kan een rol spelen. „Er wordt zoveel verwacht van jonge mensen in de westerse maatschappij. Vergis je niet hoe zwaar dit weegt op de schouders van mensen.”


POP-poli

Voor vrouwen die in deze risicogroepen vallen, en voor vrouwen die om andere redenen extra begeleiding tijdens de zwangerschap behoeven, heeft MST de POP-poli. Hier komen de disciplines psychiatrie, verloskunde en kindergeneeskunde samen. „We begeleiden vrouwen in alle stappen van het proces: voor, tijdens en na de bevalling. Het is moeilijk om de stap richting hulp te zetten, maar hier stap je wel meteen in de goede trein.” Vrouwen kunnen door hun huisarts, verloskundige of andere medische specialisten worden doorverwezen naar de poli. En dit werkt in veel gevallen. „We kunnen de ontregeling voorkomen. Vraag hier waar nodig dus naar.”


Alexandrovs tip aan vrouwen die zich herkennen in dit verhaal: „Maak het bespreekbaar. Je hoeft echt niet direct naar een psychiater, maar praat met je partner of je verloskundige. Hou het samen in de gaten. Als we er vroeg bij zijn kunnen we erger voorkomen.”

Meer over teksten
Share by: